Voor iedereen die denkt dat behangen moeilijk is: dat valt echt reuze mee! Iedereen kan behangen, ook zonder bellen en zichtbare naden. Met het juiste materiaal en een duidelijk stappenplan kan het niet misgaan.
Het juiste materiaal
Natuurlijk heb je behang nodig, dit koop je bijvoorbeeld bij een online behangspecialist. Zorg er hierbij in ieder geval voor dat je (ruim) genoeg hebt en dat alle rollen uit hetzelfde verfbad komen (herkenbaar aan de kleurcode) zodat je geen kleurverschil krijgt. Behang met een patroon heeft meer snijverlies dan effen behang of behang zonder doorlopend patroon.
Als je dan toch bezig bent, neem dan ook meteen de juiste lijm mee. Elke soort behang heeft een eigen lijmsoort, let hier dus op. Zorg ook voor een papborstel, behangborstel en een behangroller, als je deze niet (meer) hebt. Daarnaast heb je de volgende zaken ook nog nodig: schietlood of waterpas, potlood, trap, schaar, vlakke en schone ondergrond om op te plakken (bij voorkeur een behangtafel) en een breek- of stanleymes. Is je muur niet schoon, dan is een stoomapparaat of behangstripper en een afsteekmes ook nodig.
Begin bij het begin
De eerste stap is zorgen voor schone, vlakke muren. Verwijder eventueel oud, loszittend behang, schroeven, spijkers, haken en afdekplaten van stopcontacten etc.
De tweede stap is snijden van het behang, reken hiervoor kamerhoogte plus zo’n 8 tot 10 centimeter per baan. Vervolgens kun je dit inlijmen, al is dat tegenwoordig niet bij elke behang- en lijmsoort meer nodig. Check dit dus goed, en als het geadviseerd wordt, doe het dan ook.
Het echte werk: behang tegen de muur
Stap drie is het behang recht tegen de muur krijgen. Begin hiervoor in de hoek die je ziet als je de kamer binnenkomt, of bij een opvallende print in het midden van de muur die het eerst opvalt. Vervolgens trek je met potlood en waterpas of schietlood een rechte lijn waartegen je de eerste baan plaatst. Zorg dat er een centimeter overblijft die de hoek omgaat, en plaats daar de volgende baan overheen. Aan de andere kant plak je de volgende baan tegen de loodlijn en strak tegen de rand van de vorige baan aan. Zorg dat je elke baan zo strak mogelijk tegen de muur aan zet en wrijf bellen eruit. Hiervoor ga je eerst van boven naar beneden en dan van het midden naar de zijkanten. Overtollig behang snijd je uiteraard weg.
Als je lijmresten met een licht vochtige doek meteen verwijdert, kost dat weinig moeite. En mocht je alsnog bellen of blazen in het behang krijgen, die kunnen namelijk ook later ontstaan door vocht, tocht of temperatuur tijdens het drogen, dan kun je ze doorprikken en met een beetje lijm proberen weg te werken.
En als je dit onder de knie hebt, kun je meteen door voor de volgende trend: je plafond behangen!